Ben je een creatieve ondernemer en wil je meer netto overhouden? Dan is een gedeeltelijke uitbetaling in auteursrechten een goed idee om jouw inkomsten fiscaal te optimaliseren. Inkomsten uit de overdracht of licentie van auteursrechten worden immers fiscaalvriendelijk behandeld. Voor wie ons gratis webinar van 9 december 2020 over dit topic gemist heeft, herhalen we hierna nog even de belangrijkste aandachtspunten.
Wat houdt de regeling in?
Het fiscaalvriendelijke regime houdt twee zaken in. Ten eerste kan de auteur een kostenforfait in aftrek brengen van zijn inkomsten uit auteursrechten, namelijk 50% op de eerste schijf tot 16.560 euro en 25% op de schijf tussen 16.680 euro en 33.360 euro (bedragen geïndexeerd voor inkomstenjaar 2021). Ten tweede worden inkomsten uit auteursrechten (maximum 62.550 euro voor inkomstenjaar 2021) slechts tegen 15% roerende voorheffing belast. Gecombineerd met de forfaitaire kostenaftrek kan dit in totaal neerkomen op een belastingdruk van slechts 7,5%.
Wanneer kom ik in aanmerking?
Om van deze regeling te kunnen genieten, moet er ten eerste sprake zijn van auteursrechtelijk beschermde werken. Auteursrechten ontstaan enkel op werken met:
een originele vorm: het werk moet m.a.w. het resultaat zijn van de vrije en creatieve keuzes van de maker, zodat het zijn persoonlijke stempel draagt;
een concrete vorm: loutere ideeën of concepten worden niet beschermd door het auteursrecht
Typische beroepscategorieën die dikwijls werken creëren die aan deze criteria voldoen, zijn bv. architecten, softwareontwikkelaars, grafische ontwerpers, (digital) marketeers, journalisten, enzovoort.
Verder moet er sprake zijn van een ‘cessie of concessie’ van auteursrechten. Dit betekent dat er een schriftelijke overeenkomst moet zijn tussen de auteur en een derde-exploitant (bv. tussen bedrijfsleider en vennootschap, of tussen werknemer en werkgever). Via deze overeenkomst draagt de auteur zijn auteursrechten op zijn creatieve werken over, of verleent hij een gebruikslicentie, en in ruil ontvangt hij een auteursvergoeding.
Hoe werkt het systeem?
De belangrijkste denkoefening die je moet maken om een goede constructie op poten te zetten, is het bepalen van een realistische auteursvergoeding. De fiscus vereist immers dat je een onderscheid maakt tussen enerzijds de prestatievergoedingen voor het materiële werk en anderzijds de vergoeding ter compensatie van de overdracht of licentie van jouw auteursrechten.
De praktijk is gegroeid dat je voor het bepalen van de auteursvergoeding, een tweetal berekeningsmethodes kan toepassen:
Ofwel neem je een percentage van de netto-omzet die de overnemer van de auteursrechten haalt uit de exploitatie van de auteursrechtelijk beschermde werken. Deze berekeningsmethode wordt gebruikt in de context van de bedrijfsleider die zijn auteursrechten overdraagt aan zijn vennootschap. Doorgaans wordt 12,5% als maximum aanvaard, maar hangt natuurlijk altijd af van de concrete omstandigheden. Om de zogenaamde ‘creatieve’ netto-omzet als berekeningsbasis te bepalen, moet je de totale netto-omzet verminderen met de bedragen die niet creatief van aard zijn, zoals onkostenvergoedingen of inkomsten uit niet-creatieve prestaties.
Er zijn nog een reeks bijkomende voorwaarden die de Rulingcommissie vaak oplegt bij deze berekeningsmethode. Een aantal hiervan zijn o.m. dat de bedrijfsleider minstens 45.000 euro aan bedrijfsleidersbezoldiging moet ontvangen, dat de auteursvergoeding niet meer dan de helft van de winst van het boekjaar mag bedragen en dat de auteursvergoedingen aan medewerkers moeten afgetrokken worden van de auteursvergoeding die de bedrijfsleider ontvangt.
Ofwel neem je een percentage van de zogenaamde ‘financiële enveloppe’ die de auteur krijgt (d.i. de brutobezoldiging inclusief het bedrag van de auteursvergoeding). Deze methode kan je zowel voor bedrijfsleiders, werknemers als zelfstandige medewerkers gebruiken. Hier is 25% in principe het maximum, maar dit moet je corrigeren in functie van jouw werkelijke creatieve tijdsbesteding zodat het finale percentage in werkelijkheid altijd lager zal uitvallen.
Spijs je dossier, eventueel via een ruling?
Omdat de wet eerder vaag is omtrent de criteria waaraan deze constructie moet voldoen, staat of valt jouw fiscale regeling met de motivering ervan. Zorg daarom dat de berekening van de auteursvergoeding inhoudelijk gemotiveerd en gedocumenteerd is door te verwijzen naar gelijkaardige beslissingen van de Rulingcommissie, timesheets, de interne jaarrekening, enzovoort. Bij een fiscale controle zal je namelijk moeten kunnen verantwoorden hoe je tot het bedrag van je auteursvergoeding bent gekomen.
Om de hoogste zekerheid te verkrijgen over de regeling die je voor ogen hebt, kan je een rulingaanvraag indienen bij de Rulingcommissie voordat je de regeling in gebruik neemt. Dan zal de Rulingcommissie zich buigen over de constructie en een oordeel vellen of deze al dan niet fiscaal aanvaardbaar is. In positief geval, is de fiscus gebonden aan deze beslissing en mag je de regeling zonder zorgen toepassen. Het voordeel van een ruling is dus de rechtszekerheid, maar het nadeel is dat de beslissingstermijn soms tot een jaar kan aanslepen.
Meer informatie kan je vinden op onze auteursrechtenpagina of neem contact op via thomas@misterfranklin.be.
Comments